Nog voordat de laatste aflevering van de
televisieserie De Slavernij te zien is, komen prominente historici met
kritiek. Het is zo relativerend gebracht ‘dat het lijkt alsof het wel
meeviel met de slavernij.’
In een ingezonden stuk in de Volkskrant noemen Gert Oostindie (KITLV-KNAW en de universiteit Leiden), Aspha Bijnaar (NiNsee) en Alex van Stipriaan (Tropenmuseum en de Erasmus Universiteit Rotterdam) de serie te genuanceerd. “Natuurlijk is de serie geen poging het slavernijverleden van Nederland weg te moffelen of te vergoelijken. Integendeel, de serie maakt duidelijk dat het slavernijverleden bij de Nederlandse geschiedenis hoort. Maar deze boodschap wordt inderdaad nogal lichtvoetig gebracht.”
Persoonlijk betrokken
De inzenders van het stuk menen er nu wat van te zeggen, omdat de instituten waar ze aan verbonden zijn, ‘hun prestige leenden aan deze serie.’ De drie historici zeggen dat zij als adviseurs persoonlijk betrokken zijn geweest bij de opzet van de serie, maar dat de uitwerking buiten hen om ging. “Die zien ook wij nu pas op tv,” aldus de inzenders.
Terechte kritiek
Oostindie, Bijnaar en Van Stipriaan vinden het goed dat de serie er is: ‘wij horen vooral van een niet-ingewijd publiek veel positieve reacties’. Daarnaast vinden ze ook dat de heftige kritiek die deskundigen hebben geuit op de serie ‘in sommige opzichten volkomen terecht is ‘.
Teveel context
Waar de slavernijdeskundigen zich aan storen, is het geven van veel context in de serie. Te vaak is gekozen voor een relativerende toon, te weinig voor het tegengeluid, een ander perspectief, het debat, zo stellen ze. “ Natuurlijk, het sterftepercentage van Afrikanen was tijdens de overtocht naar het Caribisch gebied niet hoger dan dat van de matrozen, in Nederland hadden de armen het ook niet best, Afrikanen zelf waren de toeleveranciers van slaven aan de Europeanen, de plantages waren geenconcentratiekampen, slavernij is van alle tijden... Allemaal waar, maar het geven van zoveel context schiet vaak zijn doel voorbij, zeker als dat gemoedelijk voortkabbelend wordt verteld.”
Reactie Sandew Hira
Criticus Sandew Hira zegt noemt de actie van de drie deskundigen op zijn website IISR.nl ‘een laffe knieval met het doel het eigen straatje schoon te vegen. “Waarom eindredacteur Carla Broos zo de grond inboren, terwijl ze niets anders heeft gedaan dan de adviezen van deze mensen opvolgen? Waarom niet gewoon toegeven: de serie is uitgewerkt op basis van onze context, daar dragen wij de verantwoordelijkheid en niet Carla Broos. Dus als iemand moet worden aangesproken op die context, dan is het niet de NTR, maar wij. Als ze dat zouden hebben gezegd, dan zou ik antwoorden: “We zijn het fundamenteel met elkaar oneens, maar je schuift de verantwoordelijkheid niet op de schouder van een ander. Respect!” Maar dit is compleet moreel verval en lafheid,”aldus de reactie van Hira.
In een ingezonden stuk in de Volkskrant noemen Gert Oostindie (KITLV-KNAW en de universiteit Leiden), Aspha Bijnaar (NiNsee) en Alex van Stipriaan (Tropenmuseum en de Erasmus Universiteit Rotterdam) de serie te genuanceerd. “Natuurlijk is de serie geen poging het slavernijverleden van Nederland weg te moffelen of te vergoelijken. Integendeel, de serie maakt duidelijk dat het slavernijverleden bij de Nederlandse geschiedenis hoort. Maar deze boodschap wordt inderdaad nogal lichtvoetig gebracht.”
Persoonlijk betrokken
De inzenders van het stuk menen er nu wat van te zeggen, omdat de instituten waar ze aan verbonden zijn, ‘hun prestige leenden aan deze serie.’ De drie historici zeggen dat zij als adviseurs persoonlijk betrokken zijn geweest bij de opzet van de serie, maar dat de uitwerking buiten hen om ging. “Die zien ook wij nu pas op tv,” aldus de inzenders.
Terechte kritiek
Oostindie, Bijnaar en Van Stipriaan vinden het goed dat de serie er is: ‘wij horen vooral van een niet-ingewijd publiek veel positieve reacties’. Daarnaast vinden ze ook dat de heftige kritiek die deskundigen hebben geuit op de serie ‘in sommige opzichten volkomen terecht is ‘.
Teveel context
Waar de slavernijdeskundigen zich aan storen, is het geven van veel context in de serie. Te vaak is gekozen voor een relativerende toon, te weinig voor het tegengeluid, een ander perspectief, het debat, zo stellen ze. “ Natuurlijk, het sterftepercentage van Afrikanen was tijdens de overtocht naar het Caribisch gebied niet hoger dan dat van de matrozen, in Nederland hadden de armen het ook niet best, Afrikanen zelf waren de toeleveranciers van slaven aan de Europeanen, de plantages waren geenconcentratiekampen, slavernij is van alle tijden... Allemaal waar, maar het geven van zoveel context schiet vaak zijn doel voorbij, zeker als dat gemoedelijk voortkabbelend wordt verteld.”
Reactie Sandew Hira
Criticus Sandew Hira zegt noemt de actie van de drie deskundigen op zijn website IISR.nl ‘een laffe knieval met het doel het eigen straatje schoon te vegen. “Waarom eindredacteur Carla Broos zo de grond inboren, terwijl ze niets anders heeft gedaan dan de adviezen van deze mensen opvolgen? Waarom niet gewoon toegeven: de serie is uitgewerkt op basis van onze context, daar dragen wij de verantwoordelijkheid en niet Carla Broos. Dus als iemand moet worden aangesproken op die context, dan is het niet de NTR, maar wij. Als ze dat zouden hebben gezegd, dan zou ik antwoorden: “We zijn het fundamenteel met elkaar oneens, maar je schuift de verantwoordelijkheid niet op de schouder van een ander. Respect!” Maar dit is compleet moreel verval en lafheid,”aldus de reactie van Hira.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten