zondag, december 31, 2006

Ronny Brunswijk bekritiseert film Tears of the Suriname Jungle

De film bevat een grote leugen. Er is een scène opgenomen waarbij iemand een handgranaat op de militairen gooit naar aanleiding waarvan zij een aantal dorpelingen doodschieten. Dat is een leugen. We moeten oppassen dat we de geschiedenis niet verdraaien en vooral kinderen een vertekend beeld voorhouden van wat zich op 29 november 1986 in Moiwana heeft voorgedaan.” Zo reageert de parlementariër Ronny Brunswijk, nadat hij de film van regisseur en producer Ruby Pocorni op 28 november jongstleden heeft gezien. De film over de binnenlandse oorlog met als dieptepunt de massamoord en verwoesting van het dorp Moiwana door eenheden van het Nationaal Leger (NL) is op de dag van de 20ste herdenking in première gegaan in de Congreshal aan het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo. Ondertussen blijft de film bijzondere aandacht trekken van studenten, militairen, politici en burgers die in het oorlogsgebied hebben gewoond. Brunswijk was leider van de rebellenbeweging Jungle Commando (JC) die tussen 1985 en 1992 een gewapende strijd voerde tegen het militair bewind onderleiding van legerleider Desi Bouterse, die zelf in 1982 door een staatsgreep in Suriname aan de macht was gekomen. Brunswijk spuugde op 29 november 2006, precies 20 jaar na het bloedbad, zijn gal uit over de film toen hij een spreekbeurt kreeg bij de herdenkingsactiviteiten van de massamoord op de locatie van het verwoeste dorp in Marowijne. Hij zei wel op de hoogte te zijn van het handgranaat-incident, dat volgens getuigenverklaringen van overlevenden van het bloedbad een ander verloop heeft. Zo zou de legereenheid al bezig zijn dorpelingen te vermoorden en vluchtende vrouwen en kinderen in het wilde weg neer te schieten toen een militair een handgranaat in een woning gooide. Nog voordat het ontplofte zou iemand het projectiel hebben teruggeworpen. Volgens de ene lezing van mede-dorpelingen is de handgranaat door een jongetje en volgens de andere lezing door een vrouw teruggeworpen. Bij de ontploffing die daarop volgde moet een militair zijn gewond geraakt. De moordpartij ging ondertussen onverkort door. Brunswijk vindt het vals en oneerlijk dat de indruk wordt gewekt alsof de handgranaat aanleiding was voor het leger om aan te nemen dat rebellen vanuit het dorp een aanval hadden geopend. Anderzijds heeft Ruby Pocorni voor de vertoning van de première laten weten dat de film een mengeling is van dingen die tijdens de oorlog gebeurd zijn en fictie. Daarmee hoopt zij een beeld te schetsen van hetgeen zich tijdens de oorlog in het binnenland heeft afgespeeld. Tears of the Suriname Jungle is de beste film die Pocorni gemaakt heeft. Pocorni is ook de vrouw achter onder meer de kinderfilms Sprietje I, Sprietje II en Sjommie. Vooral de manier waarop de scène over de hereniging van hoofdrolspeelster Afi en haar zusje Withney in een vluchtelingenkamp in Frans-Guyana is gezet is heel mooi. Ook de executie van een gevangengenomen militair door de rebellen is meesterlijk in elkaar gezet. Het schot ging juist af terwijl de militair die weigerde zijn makker te verraden, probeerde overeind te komen. Niemand had het schot nog verwacht. Zelfs regisseur Pocorni schrok bij het zien van de scène, hoewel ze de film al een paar keer moest hebben gezen. Hoewel niet op het niveau van Hollywood – dat hoeft ook niet voor de jonge Surinaamse filmindustrie – blijkt dat ze tijd noch moeite heeft gespaard om filmtechniek toe te passen en de acteurs gaandeweg tot bijna professionals te maken. De rode draad door de film is het trieste verhaal vol wreedheden en veel bloed zoals het tienermeisje Afi het heeft meegemaakt voordat ze uiteindelijk net zoals duizenden andere Surinamers in een vluchtelingenkamp in Frans-Guyana terechtkomt. Opmerkelijk is dat de dorpelingen in de film allemaal Saamaka spreken, terwijl Moiwana een Ndjuka dorp was waar Ndjuka wordt gesproken. Indien de filmmaakster probeert aan te geven dat de veldslagen in de aanloop naar de massamoord in het Saamaka-gebied in de buurt van het Van Blommenstein- meer en langs de Surinamerivier hebben plaatsgevonden, hoe verklaart de filmmaakster dat de overlevenden binnen een dag en wel te voet Albina hebben bereikt om daarna de boot naar Frans-Guyana te pakken. Met de kaart van Suriname in de hand zal de kritische kijker zeker zijn wenkbrauwen fronsen.

Geen opmerkingen: