maandag, mei 29, 2006

Suriname begint aan wederopbouw binnenland

PARAMARIBO - In de overstroomde gebieden in Suriname is de situatie gestabiliseerd. De vier Nederlandse Lynx-helikopters zijn weer weg, en ook een helikopter uit Brazilië staat op het punt te vertrekken. Volgens het nationale crisisteam van Suriname is de fase van wederopbouw begonnen. Hoewel er nog steeds dagen zijn dat het flink regent en het waterpeil stijgt, zijn de rivieren in het rampgebied, dat in oppervlakte groter is dan heel Nederland, niet meer buiten hun oevers getreden. De akkers van de Marrons (boslandcreolen) en de indianen die in het gebied wonen, zijn vernietigd en daarom wordt in de 175 getroffen dorpen nog wel dagelijks voedsel gedropt. Inmiddels zijn zo'n 25.000 voedselpakketten uitgedeeld. Meer zullen de komende maanden volgen, omdat het nog wel even duurt voordat de mensen hier weer hun eigen gewassen kunnen oogsten. Veel scholen in het Tapanahony-gebied en ook in de regio Boven Suriname zijn weer open, maar er zijn nauwelijks boeken, schriften en pennen. Ook het meubilair is grotendeels gesneuveld. De leerkrachten, die naar de hoofdstad Paramaribo waren gevlucht, zijn weer terug. De grote schoonmaak is begonnen. De Surinaamse regering zei onlangs ruim zeventig miljoen dollar (ruim twintig miljoen euro) nodig te hebben voor de wederopbouw van het overstromingsgebied. Maar het bedrag dat diverse hulpacties tot op heden bijeen hebben gebracht, komt bij lange na niet in die buurt. In Nederland haalden de Samenwerkende Hulporganisaties ruim anderhalf miljoen euro op, de Nederlandse regering doneerde één miljoen euro en de grote steden bij elkaar ook ruim een miljoen. In Suriname werd vorige week een grote benefietavond georganiseerd met een opbrengst van ruim honderdduizend euro. Eerder al stak de Surinaamse regering twee miljoen euro in een noodfonds. Vrijdag eiste het Indiaanse dorp Kwamalasumutu, in Zuid-Suriname, honderdduizend euro. Het dorp is nauwelijks getroffen door de overstromingen, maar dit gebied wordt jaarlijks enkele maanden getroffen door extreme droogte, wat leidt tot hongersnood. Ook een jaarlijks terugkerende mierenplaag zorgt voor tegenvallende oogsten. ''Ons probleem wordt al jaren genegeerd door de overheid, en er zijn in het verleden al doden gevallen,'' aldus de traditionele leider van het dorp. ''Nu er eindelijk aandacht is voor het binnenland vanwege de wateroverlast, eisen wij ook een deel op. Vanwege al die jaren dat we genegeerd zijn.'' Hoewel internationale hulporganisaties als het Internationale Rode Kruis en het rampenteam van de Verenigde Naties, Suriname roemen voor de goed gestructureerde hulpverlening, zijn veel dorpelingen argwanend over de uiteindelijke bestemming van alle hulpgelden. Hoeveel blijft in Paramaribo aan de strijkstok hangen, vragen mensen zich af. Dat wantrouwen is begrijpelijk, want tot voor kort deed de Surinaamse regering vrijwel niets voor de marrons en indianen in het binnenland. Alleen in tijden van verkiezingen kwamen de president en zijn ministers op bezoek in het binnenland. ''Dan komen ze met cadeautjes en beloftes; het heeft veel weg van de kettinkjes en kraaltjes van vroeger,'' stelt socioloog Erney Landveld, zelf een Marron. ''Er is nauwelijks communicatie met het afgelegen binnenland. Alles draait altijd om Paramaribo, dat is al eeuwen zo.'' Toch is er sinds de verkiezingen van mei vorig jaar wel iets veranderd. Marron-partijen, die zich inzetten voor het binnenland, onder leiding van ex junglecommando Ronnie Brunswijk, behaalden maar liefst zes zetels. Een aantal belangrijke ministers die nu direct bij de hulpverlening na de ramp betrokken zijn, zoals minister Felisie van Regionale Ontwikkeling, komen van Marron-partijen. ''We moeten denken aan structurele veranderingen om het gebied er bovenop te krijgen. Ik denk aan waterbeheersing maar ook de toegankelijkheid van het gebied,'' zei Felisie. De dorpen zijn pal langs de rivier gebouwd, omdat de mensen volledig afhankelijk van het water zijn. In de rivier wordt gewassen en gebaad en er wordt uit gedronken. Burgemeester Job Cohen van Amsterdam, dat al een groot drinkwaterproject in het binnenland steunt, gaat volgende maand naar het rampgebied om te kijken wat de stad nog meer kan betekenen als het gaat om waterbeheersing.

Geen opmerkingen: